Zwaaien vanaf het ziekenhuis

Hartekindje: wat als je kind op de IC in het buitenland belandt?

Normaal gesproken deel ik mijn persoonlijke ervaringen en emoties niet in blogs. Meestal heb ik er geen behoefte aan om dat te delen met de buitenwereld, maar deze keer voel ik die behoefte wel heel sterk. Aan de ene kant om het van me af te schrijven. Anderzijds om het opgeschreven te hebben nu het allemaal nog vers in mijn geheugen zit. Voor Ana, voor later, voor mezelf.

Maar hopelijk ook voor andere ouders die hetzelfde meemaken en naar ervaringen van anderen zoeken online. En ook om te delen hoe het is om in het buitenland te zijn wanneer je kind ernstig ziek wordt. Dit was namelijk één van de meest heftige ervaringen uit mijn leven. 

Reality check: de zorg in Nederland vs de rest van de wereld

Voordat je verder gaat met lezen wil ik eerst nog een kleine kanttekening delen: wij wonen in Servië en dit is mijn – eerlijk is eerlijk, verwende – kijk op het verhaal. Wij Nederlanders zijn zo’n hoge kwaliteit van zorg gewend, terwijl de zorg die wij hier hebben gehad standaard is voor het grootste deel van de wereld. Of zelfs minder. 

Voor ons is het zo vanzelfsprekend dat het anders kan, dat er tijd wordt genomen voor kinderen. Dat de emoties van kinderen ook een belangrijk onderdeel zijn tijdens het verlenen van zorg. Maar de meeste kinderen die te maken krijgen met de zorg in deze wereld zullen een soortgelijke ervaring opdoen als Ana nu heeft opgedaan. Het was een hele nare ervaring voor haar. Voor mij ook. En tegelijk ook een behoorlijke reality check. 

Gewoon een griepje

Eind november werd Ana ziek. Gewoon een griepje, zo leek het. Ze had koorts, was flink aan het hoesten en had keelpijn. Niks nieuws onder de zon bij een kind van drie, dus niets waarover wij direct bezorgd waren. Na twee dagen zakte de koorts gelukkig. 

Vorig jaar is ze de hele winter af en aan ziek geweest voor periodes van soms wel twee tot drie weken. Dat is natuurlijk normaal voor peuters, maar ik kan je vertellen dat het geen fijne winter was. Hoe dan ook, dit keer waren we blij dat haar lichaam het zo snel leek op te lossen. 

De eerste dag zonder koorts was voorbij, maar in de avond viel het me toch op dat haar hartje verdacht snel leek te kloppen. Iets wat ik geregeld denk waar te nemen, omdat Ana tijdens de zwangerschap een versnelde hartslag bleek te hebben, een tachycardie heet dat. 

Haar hartje klopte dubbel zo snel

Dit werd toen ontdekt tijdens een standaard controle bij de verloskundige. Daar aangekomen bleek het helemaal mis te zijn toen er naar haar hartslag werd geluisterd. Haar hartje ging blijkbaar 2x zo snel. Met spoed werden we doorgestuurd naar het ziekenhuis. 

Het uitgebreide verhaal kun je lezen in mijn gastblog over tachycardie tijdens de zwangerschap voor Tips voor Baby’s. 

Lang verhaal kort: we hebben toen een aantal dagen in het ziekenhuis gelegen waar ze mij een verhoogde dosis hartmedicatie hebben gegeven die via mij bij Ana uitkwam. Haar hartslag herstelde zich snel dankzij de medicatie en we mochten gelukkig weer terug naar huis. 

Ze is uiteindelijk helemaal gezond ter wereld gekomen. De 1e anderhalf jaar zijn we nog een aantal keer op controle gegaan en alles was dik in orde. Ana was ‘hartpatient-af’ en de kans dat zoiets opnieuw zou voordoen was minimaal. 

Toch ben je er als ouder nooit gerust op en hebben we vaak met de angst geleefd dat het opnieuw mis zou gaan. Vooral ik dacht vaak dat haar hart te snel klopte. Soms was ik daar was paranoïde in en Aleks stelde me dan altijd gerust.

Haar hartje was een marathon aan het lopen

Terug naar de avond een aantal weken terug waarop ik dacht dat ze een verhoogde hartslag had. Wederom vroeg ik Aleks om ook even te checken. Hij dacht dat haar hartslag normaal was. Dat kan ook best kloppen, want bij een tachycardie kunnen er ook periodes zijn waarop het hart op een normaal tempo klopt. 

Ana mankeerde verder op dat moment ook niet veel, behalve dat ze erg moe was, wat buiten adem leek en nog wel wat hoestte. Maar geen koorts, dus we dachten dat ze wat uitgeput was door de dagen ervoor. 

Het zat ons toch niet helemaal lekker en de volgende ochtend hebben we een afspraak bij de huisarts gemaakt. Geen koorts, dus geen spoed. We konden pas om 15:00 terecht. Ik had er geen goed gevoel bij. 

Ana wilde me de hele dag binnen haar zicht houden. Ze was de hele dag buiten adem en lopen van en naar de badkamer was al te veel. Een warm bad vond ze ook niet fijn, terwijl ze daar normaal gesproken enorm van kan genieten. 

Ik heb de rest van de dag gewerkt terwijl zij op het bed achter me lag. Ze was bezweet, maar had geen koorts. Achteraf een belangrijk symptoom van een hart dat overuren maakt. Heel logisch eigenlijk. 

Eenmaal aangekomen bij de dokter ging het snel bergafwaarts. Ze kon helemaal niet meer zelf lopen en was enorm slaperig. En toen de arts naar haar hart luisterde en zei dat hij ‘een kleine tachycardie’ leek te horen, wist ik het gelijk. De puzzelstukjes van de afgelopen dag vielen in elkaar en we wisten direct dat het waarschijnlijk goed mis was. 

We konden alleen in het staatsziekenhuis terecht

Eén van mijn voorwaarden om in Servië te kunnen wonen was een privé-zorgverzekering. De staatszorg is hier echt om te janken en het verschil tussen de staatszorg en privé-zorg is een verschil van dag en nacht. Zo duur is zo’n privé-verzekering ook niet. We werden in eerste instantie dan ook doorgestuurd naar een cardioloog in een privé-kliniek. Aleks moest hen bellen om te zeggen dat we eraan kwamen. 

Aan de telefoon werd hem echter meteen verteld; ga maar naar het staatsziekenhuis, want de cardioloog is er niet vandaag. We hadden geen keuze op dat moment, dus hop in de auto daarheen. Vanaf dat moment leek het alsof er geen Ana meer over was. Ik zat samen met haar achterin de auto en keek om de seconde of haar borstkas nog op en neer ging. 

Aleks bleef – ondanks dat we in de file stonden – heel kalm. Dat is uniek voor hem, want zoals het een echte Servische man betaamt, is hij normaal gesproken totaal niet kalm in het verkeer en rijdt niemand goed, behalve hijzelf. 😉 

Mijn moeder kwam direct naar Belgrado

Zijn kalmte in combinatie met een doodstille Ana naast me, maakte dat ik in paniek raakte. In paniek heb ik mijn moeder gebeld en huilend verteld dat het niet goed ging met Ana. Normaal gesproken lukt het me wel om met de afstand om te gaan, maar nu was mijn familie wel echt heel ver weg. 

Mijn moeder heeft diezelfde avond nog een vliegticket geboekt naar Belgrado. De volgende dag zou ze hier zijn. 

Ana moest mee naar de IC ‘bez mama’ 

Aangekomen bij het ziekenhuis was het één grote chaos. Hoewel de hele gang vol stond met zieke kinderen die ook aan het wachten waren, werden wij direct meegenomen naar een kamer. Net als toen ze net geboren was, werden er weer allemaal draadjes met stickers op haar borstkas geplakt. Geen fijn gezicht op zo’n klein meisje. Een stuk of vier verpleegsters om haar heen. Ana doodsbang en schreeuwend om mij. Ik heb haar hand hier nog vast kunnen houden. 

De verpleegsters spraken onderling met elkaar en tegen Aleks. Ik ving meerdere keren ‘bez mama’ op. Mijn Servisch is voldoende om te begrijpen wat ‘bez mama’ betekent. Zonder mama. Wat zonder mama? Ana moest mee zonder mij. Zonder Aleks. 

We mochten Ana nog door de gang met kinderen tillen, tot aan de lift. Zonder al te veel woorden nam de zuster Ana van me over en ik zie haar nog zo verdwijnen, huilend om mama, in de lift. 

Zelfs haar knuffelkonijn mocht er niet bij blijven

Wat daarna volgde was het langste halfuur/uur (geen idee hoe lang het precies duurde) in mijn leven en waarschijnlijk ook in dat van Aleks. Het was ons inmiddels wel duidelijk dat het serieus was en dat ze bezig waren met het redden van haar leven op de intensive care. 

Iemand kwam een paar minuten later naar ons toe met een hoopje kleding, met haar bril – die ze zo hard nodig heeft – en haar knuffelkonijn Zeka – die haar altijd troost op de momenten dat ze het moeilijk heeft. Ze moest dit dus in haar eentje doorstaan, zonder ons, zonder goed zicht en zonder Zeka. Mijn hart breekt weer voor haar als ik eraan terugdenk. 

Het verlossende woord: ze was weer stabiel

Een arts kwam om ons te vertellen dat ze stabiel was. Voor het eerst in 4,5 jaar tijd heb ik Aleksandar zien huilen. Van opluchting. Hierover zijn de meningen verdeeld. Hij zegt dat ik dit erbij verzonnen heb, maar als schrijver mag ik mijn fantasie van hem gebruiken voor dit verhaal en hoef ik dit dus niet te deleten. 😉  

Ze moest nog een aantal uur op de IC blijven en als alles dan ok was, mocht ik de nacht samen met haar komen doorbrengen. We mochten blijven wachten in de hal of naar huis gaan om onszelf op te frissen en wat spullen in te pakken. 

Dat laatste hebben we gedaan. Rond 20:00 werden we gebeld. Het ging goed en we mochten komen. En oh ja, Ana vraagt naar ene Zeka? Ja, natuurlijk. Haar roze konijnenknuffel, haar steun en toeverlaat. Zeka zat natuurlijk al lang tussen de ingepakte spullen. Dat hoefden ze ons niet te vertellen. ????

Alleen ik mocht haar zien, Aleks mocht er niet bij

Terug in het ziekenhuis moest ik eerst een corona-test doen. De afdeling waar ze op lag is helemaal afgesloten van de buitenwereld. Aleks mocht niet mee. Alleen ik mocht erbij. Toen de uitslag van de test er was, werd ik door een vrouw begeleid naar de afdeling waar ze lag. Tijdelijk op de afdeling Plastische chirurgie voor kinderen, omdat er op de afdeling Cardiologie nu geen plek was. 

Snel nam ik afscheid van Aleks en ik zag aan hem hoe het hem brak om ons daar zo achter te moeten laten. Maar zo gaat dat dus hier, in het staatsziekenhuis.

Ik werd naar een kamer gebracht die nog geen 1,5 meter breed was. In plaats van een muur zat er een heel groot raam waardoor je alle andere slaapzalen met moeders en kinderen kon zien. Een stuk of 4 slaapzalen kon ik zien vanuit onze kamer. Gelukkig lagen wij in ieder geval alleen. 

Ana werd binnengebracht, ingepakt in een lakentje, met een groot infuus in haar nek. Dat beeld zal ik nooit vergeten. Met haar haar in een knotje bovenop haar hoofd. Het was zo ontzettend fijn om haar weer te kunnen knuffelen en te zien dat ze er weer bij was. Ze kon gelukkig lachen en had honger. Het is als ouder zo fijn om te zien dat een kind zo ontzettend flexibel is en niet blijft hangen in angst en verdriet.

Het geluid van haar hartslag op de monitor gaf rust

Ana werd op een hartmonitor aangesloten, zodat ze in de nacht konden monitoren hoe het met haar hartje ging. Het constante geluid van haar hartslag op de meter gaf me rust. We Facetimeden die avond nog even met alle familie en met Aleks, zodat iedereen haar even kon zien en daarna gingen we slapen. 

Ana sliep als een roos. Natuurlijk lag ze lekker bij mij in bed. Ik, daarentegen, lag op het randje van dat veel te hoge bed. En hoewel het geluid van de monitor fijn was, hield het me ook wakker. Ik heb de hele nacht naar Ana’s ademhaling geluisterd. Iets wat zo fijn was om te horen nu het even helemaal niet meer zo vanzelfsprekend voor ons was. 

De afdeling waar we lagen was op z’n zachtst gezegd niet fijn. De verpleegster die deze nacht dienst had was ontzettend lief en behulpzaam. Ze nam de tijd om met mij te communiceren en liet me geduldig uitpraten wanneer ik mezelf in gebrekkig Servisch probeerde te uiten.

De verplegers in de ochtend daarentegen waren een verschrikking. Ze weigerden om de moeite te nemen om rustig uitleg te geven. Ana werd tot twee keer toe zonder aankondiging achterover op bed geduwd om haar medicatie in te spuiten voordat ik er uberhaupt erg in had.

Van het kastje naar de muur

Gelukkig werd ons meerdere keren op het hart gedrukt dat we in de ochtend naar huis konden, want haar hartje heeft het de hele nacht goed gedaan. Achteraf best raar natuurlijk, want ze had een hartritmestoornis, maar het drong op dat moment nog niet helemaal tot me door hoe ernstig het was en dat ze je dan heus niet binnen een dag laten gaan. 

In de ochtend duurde het maar en het duurde. Er werd ons niks verteld. We hebben samen filmpjes op YouTube gekeken op mijn telefoon en met alle familieleden gefacetimed. Aleks belde constant met het ziekenhuis om updates te krijgen en de druk wat op te voeren om ons meer informatie te geven. 

Er werd ons verteld dat we vandaag alleen nog langs afdeling Cardiologie moesten voor wat tests en dat ik de spullen kon inpakken om die kant op te gaan. We werden naar de nieuwe afdeling gebracht en er werd ons een nieuwe kamer toegewezen. Vreemd, want we zouden toch naar huis gaan? 

De verpleger die binnenkwam vertelde tussen neus en lippen door dat we waarschijnlijk nog het hele weekend zouden blijven, want de cardioloog zou pas na het weekend weer aanwezig zijn. Come again?!

Haar gegil ging door merg en been

Er werd me gevraagd om Ana naar een kamer te brengen, maar niet waarom. Ze werd op een blauw bed gelegd, Ana inmiddels al zwaar in paniek, omdat ze niet wist wat er komen ging. Wederom een stuk of vijf verplegers om ons heen. En toen werd ik de deur uitgewerkt. Ik mocht er niet bij zijn. Het infuus in haar nek moest eruit en er moest een nieuw infuus in haar pols. 

Zeker 20 minuten lang heb ik naar het gegil van mijn kind staan luisteren op de gang. Ze hebben haar met z’n allen vastgehouden. Hoe eng is dat als je zo klein bent? In paniek, boosheid en uit machteloosheid belde ik met Aleksander. Het gaat er hier duidelijk anders aan toe dan in Nederland. Mijn angst voor het staatsziekenhuis was echt niet overdreven. Dat was nu wel duidelijk.

Volgens de verpleegster stelde ik mezelf aan

Er kwam een wat oudere verpleegster naar me toe die me uitlachte en zei; “waarom huil je? Hier ga je toch niet om huilen? Jouw dochter is dit zo weer vergeten en ik kan dat weten, want ik ben lerares”. Ik probeerde haar in mijn beste Servisch uit te leggen dat dit niet ok was, dat dit niet op deze manier hoeft, maar het was me duidelijk dat deze mevrouw geen kaas heeft gegeten van trauma’s en psychologie. 

Voor mijn gevoel werd ik in dit ziekenhuis terug de jaren ‘90 in Nederland in geslingerd.   

Missie kindertrauma is volbracht

Ondertussen schreeuwde Ana nog steeds en ben ik die kamer ingelopen. Ik was zo boos en heb geroepen dat ik dit belachelijk vond en niet snapte hoe ze haar hart beter denken te maken, als ze haar zo over haar toeren laten gaan. Een verpleegster beet me toe dat ze dit moesten doen om Ana te helpen. 

Vanaf dat moment was elke doktersbezoek een groot drama voor Ana. Zodra er iemand in een doktersjas de kamer binnenkwam, raakte ze compleet in paniek. Niemand mocht haar nog aanraken, ze was zo ontzettend bang en dat vind ik als moeder nog het ergst. Zodra we weer alleen waren kroop ze steeds als een klein diertje tegen me aan. 

Wolff-Parkinson-White syndroom

Die avond heb ik de cardioloog 10 minuten gezien. Hij was blijkbaar even in het ziekenhuis en deed een snelle ronde. Voor het eerst werd mij uitgelegd wat er met Ana aan de hand was, waarom ze haar langer moesten monitoren en hoe lang hij dacht dat we moesten blijven. 

In het ziekenhuis blijven is geen probleem als het nodig is, maar je wil wel weten waar je aan toe bent en vooral ook waarom. Hij vertelde dat Ana het Wolff-Parkinson-White syndroom heeft. Hij heeft het kort uitgelegd, dat een extra vezel in haar hart de verhoogde hartslag verklaard en dat de griep dit keer waarschijnlijk de trigger is geweest en daarna was hij weer foetsie. 

Aleks en Facetime: onze houvast

Bij elk bezoek van verplegers en artsen die geen Engels spraken, belde ik Aleks zodat hij ‘erbij kon zijn’. Iedereen vond dat ok en zelfs handig, omdat ze op die manier beter konden communiceren met mij.

Eén verpleegster werd boos. Ik mocht Aleks niet bellen van haar en ze dwong me om mijn telefoon weg te doen wanneer zij in de kamer was. Ze bleef ratelen in het Servisch. Overduidelijk geërgerd vanwege het feit dat mijn Servisch niet op het door haar gewenste niveau was. 

Het is bizar voor mij dat iemand zo bezig is met zichzelf en het niet telefonisch te woord willen staan van mijn man, terwijl wij als ouders zorgen hadden over het hart van ons kind. Ieder zo z’n eigen problemen, zeg maar.

Zwaaien vanaf het balkon naar oma en tata

Het enige dat Aleks kon doen was tassen met spullen afgeven bij de portier om het ons op de kamer zo comfortabel mogelijk te maken. Wij hadden het geluk dat onze kamer grensde aan een raam aan de voorkant van het gebouw. Mijn moeder was inmiddels aangekomen in Belgrado en ging steeds mee met Aleks naar het ziekenhuis. Ze stopten dan buiten en Ana kon dan eventjes naar Aleks en mijn moeder zwaaien vanaf het balkon. 

De nieuwe afdeling was verder trouwens best ok. Het was er schoon, de kamer was ook prima verder, de toiletten waren schoon en konden dicht, er was een douche en godzijdank was er een hele grote speelkamer waar Ana even met haar gedachten niet in het ziekenhuis hoefde te zijn. 

Die speelkamer is daar met dank aan de stichting van Novak Djokovic. En daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor. Die kamer heeft zo’n verschil gemaakt voor Ana. 

Speelkamer in het ziekenhuis
Zwaaien naar oma en tata

Het weekend uitzitten omdat de cardioloog dan niet werkt

Al met al zijn we 4 nachten in het ziekenhuis geweest. Niemand mocht erin, wij mochten er niet uit. Ik hoorde van meerdere moeders dat zij het weekend moesten afwachten omdat de cardioloog niet werkt in de weekenden. Wij hadden het ‘geluk’ dat de cardioloog op maandag op reis moest en daarom zondagavond al even binnenkwam om iedereen te checken, zodat hij de volgende dag eerder weg kon gaan en wij waarschijnlijk dus ook.

Hij vertelde dat alles goed ging en dat ze Ana alleen nog een aantal uren wilden monitoren met een kastje op haar buik, dat er nog een echo gemaakt moest worden en dan konden we maandagochtend naar huis. 

Alleen zij gaat mee, jij blijft hier

De volgende ochtend kregen we al snel te horen dat Ana na een bloedonderzoek en de hartecho naar huis kon. Een verpleegster kwam binnen om Ana te halen voor de bloedafname. Ze zei, “alleen zij gaat met mij mee. Jij blijft hier”. 

Nou, dat dacht ik dus even niet. Niet nog eens. Bloedprikken is prima, maar deze keer wel met mij erbij. Ik stond erop en mocht mee. Is dat nou echt zo’n grote moeite om toe te laten voor een klein kind? Schiet mij maar lek. 

De echo werd gedaan, alles was goed en de cardioloog gaf ons de brief voor ontslag. Nu moesten we alleen nog wachten tot we geroepen werden om het infuus uit haar hand te halen, maar er kwam maar niemand. Uiteindelijk ben ik gaan vragen wanneer dat gebeurde. De verpleegster zei dat dat kon als ze het certificaat hadden ontvangen. 

Ze lieten ons niet gaan

Het kwartje viel pas toen we terug waren op de kamer en ik met Aleks belde. Er stond één cijfer niet goed bij de verzekering. Iets waar wij niets aan konden en wat door de verzekeraar veranderd moest worden. Omdat het ziekenhuis nu niet verzekerd was van hun geld, hielden ze ons soort van gegijzeld door het infuus in Ana’s hand er niet uit te halen. Net zo lang tot het geregeld was. 

En waarvoor? Voor een rekening van welgeteld € 420! Een rekening die we ter plekke hadden kunnen voldoen om het later te regelen met de verzekeraar. 

Aleks stond al die tijd beneden in de hal samen met mijn moeder om het voor elkaar te krijgen. Na het zware weekend waar we al doorheen waren gegaan, Aleks die zijn dochter niet meer had gezien sinds hij haar in kritieke toestand had afgegeven in het ziekenhuis, gooiden ze deze extra uren er schaamteloos bij vanwege een beetje geld. 

Aleks heeft uiteindelijk gedreigd met het inschakelen van de Nederlandse ambassade. (haha, ja echt!) En het werkte. Opeens konden we binnen een halfuur naar buiten, want blijkbaar vinden ze die gedachte heel eng. Had hij dit niet gedaan, dan weet alleen God hoe lang ze ons daar nog vast hadden gehouden. 

Het beste weerzien ooit

Het infuus was er eindelijk uit en we werden naar beneden gebracht waar Aleks en mijn moeder al stonden te wachten. We konden elkaar eindelijk weer in de armen sluiten. Eindelijk kon hij zijn dochter die knuffel geven die hij haar al die dagen niet had kunnen geven. Ana mocht weer naar huis. 

Voor Aleks waren deze dagen misschien nog wel het moeilijkst. Ik was bij haar en had nog wat controle over haar situatie. Hij kon alleen afwachten op afstand.

Inmiddels gaat het goed met haar. Ze blijft de komende weken nog thuis, omdat we niet willen riskeren dat ze op korte termijn weer een virus oploopt. Haar hart heeft namelijk best een opdonder gekregen. Ze slikt nu elke dag hartmedicatie en dat blijft ze voorlopig slikken. 

Ze is wel getraumatiseerd. Het eerste wat ze vraagt als ze ‘s ochtends wakker wordt is, “vandaag gaan we niet naar de dokter, toch?” Dat vind ik zo erg voor haar, dat ze nu met zo’n enorme angst zit. 

We hebben nu een privé-ziekenhuis gevonden waar we vanaf terecht kunnen. God zij dank, want als we dat niet hadden kunnen vinden, zou ik denk ik toch terug naar Nederland willen gaan. Geen haar op mijn hoofd die overweegt om haar nog eens door dezelfde situatie laat gaan als dat niet hoeft.

In dit nieuwe ziekenhuis begrijpen ze het. Ze wordt gekalmeerd, ze nemen de tijd. En voor het eerst hebben we echt uitgebreid uitleg gehad over haar aandoening en hoe we daar mee om kunnen gaan. 

Wat houdt het WPW-syndroom in?

Het WPW-syndroom houdt in dat zij een extra elektrische verbinding heeft in haar hart die ervoor kan zorgen dat haar hart opeens veel sneller gaat pompen. Meestal gebeurt dat niet, maar soms kan er iets gebeuren waardoor het toch getriggerd wordt en dan nemen de elektrische prikkels in het hart een omweg.

Het is voor haar hart moeilijk om dit tempo bij te houden, waardoor ze onder anderen kortademig en moe wordt. Wacht je vervolgens te lang, dan raakt iemand in shock. Dit is wat er is gebeurd met Ana afgelopen 24 november. 

Wij kunnen de signalen nu heel goed herkennen dus we zullen er nooit meer zo laat bij zijn. Dat scheelt enorm, want dan hoeft het helemaal geen noodsituatie te zijn. 

Waarom ga je daar dan ook wonen?

En mocht je nu denken; ja, maar wie gaat daar dan ook wonen? Dan is mijn antwoord heel simpel. Dit is het land waar mijn man vandaan komt. Het is niet een willekeurig vakantieland waar we zijn. Ana heeft hier veel familie. De zorg is hier een groot minpunt als je te maken krijgt met de staatszorg, maar met een privé-verzekering zit je hier prima. Wij hebben dit keer echt pech gehad dat we zo doorverwezen zijn.

Daarnaast zijn er nog talloze andere redenen om hier te willen wonen die in Nederland niet zo vanzelfsprekend zijn als hier, maar voor ons wel heel belangrijk. Het community-gevoel is hier nog veel sterker, mensen gaan over het algemeen veel warmer met kinderen om, Aleks ouders zijn altijd dichtbij en overspoelen Ana letterlijk met liefde. Dan is er nog de rivier, het uitzicht, het klimaat, de gastvrijheid en zo kan ik nog wel even doorgaan. 😉

Duitsland ‘steelt’ de beste artsen

Het ligt trouwens ook niet helemaal aan het land zelf dat de zorg zo is. De artsen worden hier prima opgeleid, maar krijgen vervolgens een baan aangeboden in bijvoorbeeld Duitsland. Veel van de best opgeleide Servische artsen zitten dus in het buitenland en dat veroorzaakt hier een tekort. 

Ik hoop ontzettend dat de artsen hier in de toekomst betere arbeidsvoorwaarden krijgen zodat ze er voor hun eigen mensen kunnen zijn. Je merkt nu enorm dat al het verplegend personeel gefrustreerd is, constant aan het rennen is en gewoonweg geen tijd heeft om de tijd te nemen voor iedereen. En dat waarschijnlijk tegen een karig salaris. 

Ook de mensen die ons ‘minder’ behandeld hebben, zijn echt geen personen met kwade intenties, maar doen ook maar wat binnen hun macht ligt. Het zat ‘m ook echt niet in de expertise, maar vooral in de aanpak. 

Eind goed, al goed

Al met al een lang verhaal. Als je tot hier gelezen hebt, dank je wel voor het lezen. Ik vond het fijn om dit verhaal te delen. Ook omdat ik het dan niet steeds opnieuw hoef uit te leggen als iemand ernaar vraagt. 

Mocht je van plan zijn om met je gezin in het buitenland te gaan wonen is het wel belangrijk om dit mee te nemen in je uiteindelijke keuze. Wanneer je verhuist naar het buitenland ben je toch geneigd om vooral aan de positieve kanten te denken en de mindere dingen buiten beschouwing te laten. Maar een situatie als deze kan iedereen overkomen en dan wil je wel weten dat je goed zit. 

Angie

Author

  • Angie is a blogger and creative entrepreneur from the Netherlands who is currently residing as a digital nomad in Serbia together with her husband and 2-year old daughter Ana Milena. She is the creator of She Can Blog and works as a Pinterest manager for several Dutch companies.

21 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *